Mdina is de oude hoofdstad van Malta, Rabat is de voorstad ervan die, als je met de bus komt, aan de overkant van de straat ligt. Beide plaatsen zijn een ideaal plekje om naar toe te reizen als je een dagje niet duikt. Ik kan me voorstellen dat het hier in de zomer heel erg druk is, gezien de overvolle bus die we nu hadden er naar toe, maar goed, het is zo’n stad die je eigenlijk ook gewoon niet over kunt slaan als je op Malta bent.
Mdina is al rond 4.000 voor Christus gesticht en was van ongeveer 200 voor Christus tot 1571 de hoofdstad van Malta totdat Valetta die rol over nam. Er rijden maar beperkt auto’s door de stad en doordat Mdina tamelijk compact is, kun je het eenvoudig te voet bezoeken, al zal je bij de stadspoorten een bezoek met paard en wagen aangeboden worden.
Er zijn meerdere plekken om te lunchen in Mdina, maar omdat het terras van de Fontanella Tea Gardens op zo ongeveer elke toeristische site als dé plek om te lunchen met uitzicht wordt aangeprezen, gaat iedereen daar naar toe. Toegegeven, de chocoladetaart die ze er verkopen is heel lekker, maar als je pech hebt zit je met je rug naar het uitzicht. Gelukkig zijn er voldoende plekken langs de buitenmuur waar je toch van het uitzicht kunt genieten (klik er even op voor de volledige versie!).
Rabat steekt wat huizen betreft wat schril af tegenover Mdina. Je gaat hier ook vooral naar toe als je een van de vele grafkelders wilt bezoeken. Of wat zoete lekkernijen voordat je de bus terug neemt. 🙂