Het was iets dat eigenlijk als “moet ik eigenlijk ook eens doen” ontstond toen ik er van hoorde van een collega die aan Alpe d’HuZes mee wilde doen: een sportmedisch onderzoek. Voor Alpe d’HuZes is dat tegenwoordig verplicht, voor mij was er geen directe aanleiding om het te doen (geen klachten etc.) anders dan het willen weten “waar ik sta”. Niet overbodig als je 35+ bent (ben ik al een tijdje) en toch wat intensiever sport.
Het idee werd concreet omdat ik de test als cadeau aangeboden kreeg door mijn twee paranimfen. Dus zat ik gisterenavond in Veldhoven in het Máxima Medisch Centrum bij SportMáx.
Ik heb inmiddels begrepen dat een aantal van de metingen, bijvoorbeeld de inspanningstest nogal afhankelijk zijn van de wijze waarop ze uitgevoerd worden. Het is dan ook zeker geen post die je moet nemen als “kijk eens of jij veel beter bent dan dat ik ben”. Dat geloof ik allemaal wel. Het is een ter info van wat je allemaal kunt verwachten.
p.s. Ik heb er uiteraard over nagedacht of het wel zo verstandig is om zomaar medische data over mezelf online te zetten. Er zit inderdaad een privacy-issue aan. Gezien de conclusie “prima conditie” en het gegeven dat er geen afwijkende waarden voorkomen vind ik de informatieve waarde hoger dan mogelijke risico’s van misbruik. Het spreekt voor zich dat aanbiedingen voor sportverzekeringen, of andere zooi op dit gebied naar aanleiding van dit bericht direct de SPAM-bak in gaan.
Antropometrie
Onderdeel van de test is uiteraard de Antropometrie. En voor al die mensen die vinden dat ik maar mager ben:
Lengte: | 183,7 cm | Huidplooien: | 27 mm |
Gewicht: | 76,7 kg | Vetpercentage: | 12,7% (advies: 16% – 18%) |
Bloeddruk: | 126 / 80 mmHg | Vetvrije massa: | 66 kg (streefgewicht 82 kg) |
Ik ben dus zeker niet te licht. Wist ik ook wel. Met een BMI van 22,7 zit ik ruimschoots aan de veilige kant van de gewichtschaal. Ook als ik die paar kilo die ik afgelopen zomer er weer (tijdelijk) bij gekregen heb er vanaf haal. Het berekenen van het vetpercentage op basis van huidplooien is niet de meest nauwkeurige methode, maar het is duidelijk dat het percentage ruim onder het ‘advies’ zit maar ook ruim boven de echte ondergrens (een te laag vetpercentage maakt je vatbaarder voor ziektes/infecties etc.).
Bloeddruk is nagenoeg optimaal dus ook daar niets aan de hand.
Visus
Met mijn ogen is ook niets mis:
Links: 1,6 | Rechts: 1,6 | Beiden: 1,6 |
Urine
Onderdeel van de test is het onderzoeken van je urine op een verhoogde concentratie eiwitten, glucose en bloed. Daar krijg je geen waarden van, alleen (in mijn geval) de uitslag ‘negatief’. Het zou wel grappig zijn geweest als ik dat rode bietensap niet zo vreselijk smerig had gevonden, want dat zou met name die laatste waarde in de war kunnen schoppen.
Bloed
Ook je bloed wordt onderzocht. Klein druppeltje (mega pleister – verplicht!) is maar nodig.
Hemoglobine: 8,2 mmol/l (norm: 8,5 – 10,7 mmol/l) | Cholestorol: 4,6 mmol/l (norm: 5,4 mmol/l) |
De hemoglobine meting was de enige meting waarvan ik het advies kreeg om die even in de gaten te houden. Die is net wat lager dan de norm en zou kunnen duiden op een licht ijzergebrek. Met mijn cholestorol gehalte is zoals je kunt zien niets mis. LDL cholesterolgehalte, HDL cholesterolgehalte en triglyceridengehalte (zie uitleg) zijn niet gemeten.
Electrocardiogram
Tijdens de test werd ook mijn hart gemonitord (zoals je in de video hierboven ook kunt zien). Ik zal volstaan met de samenvatting dat er geen afwijkingen geconstateerd zijn, niet in rust, maar ook niet tijdens de inspanningstest op de fiets (dan zit je vol met een achttal sensoren die je hartfunctie meten).
Wel zo prettig om te weten natuurlijk.
Lichamelijk Onderzoek
Je wordt ook door een arts onderzocht op de ‘normale’ dingen zoals je die waarschijnlijk ook bij een medische controle bij je huisarts doet: op één been staan, je tenen aanraken (dat kan ik gelukkig gewoon), er wordt gekeken naar de draaiingen in je schouders, heupen, peesreflexen in je knie en arm etc. Er wordt geluisterd naar je longen, gecontroleerd op mogelijke kwetsuren in je knieën en enkels.
Ook hier: geen bijzonderheden, was ook niet verwacht want ik had geen klachten.
Longfunctieonderzoek
Voordat je begint te fietsen wordt je longfunctie bij rust onderzocht. Je moet dan een paar keer diep inademen en zo snel/hard mogelijk weer uitademen.
Dat leverde in mijn geval onderstaande waarden op:
PF | 9,6 L/sec | (norm = 7,5 tot 11,5) |
FEV1 | 4930 ml | (norm = 3702 tot 4589 ml) |
FVC | 5840 ml | (norm = 4617 tot 5601 ml) |
F1/VC | 84% | (norm = 67 tot 91%) |
Ook hier geen echte uitschieters. Ik vond dit overigens een heel onnatuurlijke oefening, want je moet zo hard/snel mogelijk uitademen (terwijl je dat rare masker op hebt) en dat is iets wat ik normaal gesproken niet/nooit doe. Maar ook met mijn longen is dus niets mis.
Inspanningstest
En dan natuurlijk de inspanningstest. Het is hét onderdeel waarover je met wat Googlen de meest uiteenlopende “de mijne is groter dan die van jou” discussies tussen fietsers over kunt vinden. En dan gaat het niet over centimeters maar over het maximaal behaalde vermogen op de fiets of het wattage per kilogram gewicht dat iemand tijdens zo’n test weet te produceren. Probleem is dat de tests nogal verschillen. Sommige tests beginnen met rustig warmfietsen totdat een bepaalde hartslag bereikt is en verhogen het vermogen dat getrapt moet worden elke 3 / 5 minuten met een x% van het lichaamsgewicht van de fietser (zie bijvoorbeeld deze beschrijving). Bij de test zoals ik hem gisteren gedaan heb was er geen sprake van warmfietsen maar begon het vermogen op 0 watt en werd die elke 6 seconden verhoogd met 4 watt. Per saldo zou ik daar nadelen en voordelen van kunnen hebben. Ik had voor mezelf gekozen voor een beenritme van tussen de 90 – 100 omwentelingen per minuut (zittend) . Doordat het vermogen veel vaker/sneller omhoog gaat was ik continue aan het aanpassen (niet prettig). Maar mijn voordeel was wel dat ik toen het zwaar werd veel sneller door steeg naar het maximale vermogen dat ik uiteindelijk haalde: 404 watt, of 5,2 watt per kg gewicht.
Daarom is het enige echte houvast dat ik heb het gegeven dat ze bij het Máxima op basis van de ACSM gegevens er vanuit gaan dat een man van mijn leeftijd een vermogen van 314 watt zou moeten kunnen trappen en dat ik dan op 128% daarvan zit. Niet slecht dus.
De maximale zuurstofopname was daarbij 3.937 ml/min of 51,3 ml/min/kg (direct gemeten), hier was de verwachting 40 ml/min/kg en zat ik op 127%. Als ik dat opzoek in de tabel van runinfo.nl dan zit ik met mijn “43,5” jaar (zo staat het op het formulier van SportMáx) nog net in de categorie “uitstekend”.
Mijn maximale hartfrequentie tijdens de test was 200 slagen per minuut. Dat is hoger dan het gemiddelde, maar de arts legde me na afloop uit dat dat heel persoonlijk is. Bekend is de formule voor het berekenen van je maximale hartslag van 220 – leeftijd (voor mannen) als het om niet-sporters gaat of van 205 – helft van de leeftijd voor mensen die al lang sporten. Maar zelfs de Wikipedia-pagina geeft al aan dat er een te grote variate mogelijk is om dit voor individuen te gebruiken. Het is alleen voor een gemiddelde over een grote groep zinvol. De arts gaf aan dat de variatie in maximale hartslag + of – 40 slagen per minuut kon zijn ten opzichte van die formule (anderen hebben het overigens over +/- 20 slagen). Geen reden tot zorgen dus, dat zou er (bijvoorbeeld) wel kunnen zijn als mijn hart tijdens die zware inspanning ritmestoornissen zou vertonen of echt op hol zou slaan (naar 240 slagen per minuut bijvoorbeeld) en dat was, zo bleek uit het elektrocardiogram niet het geval.
Wat ik wel opvallend vond was dat mijn omslagpunt, zoals berekend tijdens de inspanningstest “maar” op 165 slagen per minuut lag (bij SportMáx wordt dat vastgesteld op basis van vergelijk verhouding O2 en CO2). Want dat doet me dan heel ernstig twijfelen aan de juistheid van de waarden die mijn Garmin hartslagmeter produceert. Want als ik dan bijvoorbeeld naar deze MTB-tocht van afgelopen winter kijk, dan zou ik gemiddeld ruim 2 uur met een hartslag van 170 slagen per minuut rond gefietst moeten hebben. Dat lijkt me dan toch stug omdat boven het omslagpunt mijn lichaam over gaat van aerobe verbranding van koolhydraten (verbranding met zuurstof) naar anaerobe verbranding van koolhydraten (verbranding zonder zuurstof). Bij anaerobe verbranding komt er melkzuur vrij waardoor mijn benen verzuren. Dat hou ik dan geen 2 uur vol(?).
Hoe dan ook, de verschillende data nog even op een rij:
Maximaal vermogen: | 404 watt of 5,2 watt per kg gewicht (128% van verwacht) |
Maximale zuurstofopname: | 3.937 ml/min of 51,3 ml/min/kg (127% van verwacht) |
Maximale hartfrequentie: | 200 slagen/minuut |
Hartfrequentie omslagpunt: | 165 slagen/minuut |
Zuurstofopname omslagpunt: | 2.814 ml/minuut (= 71% VO2max) |
Bloeddruk maximaal: | 190/80 mmHg |
Maximaal admminuutvolume: | 163 L/min (135%) |
Ademreserve: | 11% |
Maximale zuurstofpols: | 19,6 ml/slag |
Trainingsadviezen
Op basis van het onderzoek werden voor mij de volgende trainigszones vastgesteld:
Hersteltraining: | Doel: herstellen na een zware training of wedstrijd. Tijdsduur 30 minuten tot 2 uur. | Hartfrequentie <= 121 slagen/minuut |
Extensieve duurtraining | Doel: Verbeteren duurvermogen. Tijdsduur 45 minuten tot 5 uur. | Hartfrequentie tussen 115 en 138 slagen/minuut |
Intensieve duurtraining | Doel: Zware training om maximaal aeroob vermogen te verbeteren. Tijdsduur: 15 minuten tot 50 minuten | Hartfrequentie tussen 136 en 163 slagen/minuut |
Extensieve herhalingstraining | Herhalingen (3-6) x met een tijdsduur van 4-10 minuten met een hoge inspanning rond het omslagpunt. De rustpauze tussen herhalingen is ongeveer de helft van de inspanningsduur. | Hartfrequentie tussen 154 en 172 slagen/minuut |
Intensieve herhalingstraining | Doel: Verbeteren aneroob vermogen en sprintvermogen. Herhalingen (5-15) x met een tijdsduur van 20 seconden tot 2 minuten met een zeer hoge inspanning. Rustpauze tussen de intervallen 2 tot 3 keer de inspanningsduur. | Hartfrequentie tussen 161 en 188 slagen/minuut |
Conclusie
Het heet niet voor niet “Uitgebreid sportmedisch onderzoek met oxymetrie”. De hoeveelheid data die je na afloop krijgt is genoeg om er (zeker de eerste keer) een stuk langer over te doen om de data te begrijpen dan dat het duurde om de tests zelf af te nemen.
Conclusie na afloop was dat ik een prima conditie heb, hart en longen reageren normaal op inspanning. De hemoglobine waarde laat ik over een maand nogmaals door de huisarts controleren en om de conditie te verbeteren moet ik gevarieerder gaan trainen (bijvoorbeeld op basis van bovenstaande schema’s). Ook dat laatste advies herken ik wel, want trainen doe ik eigenlijk nooit. Ik fiets gewoon, doe eigenlijk maar wat, intervaltrainingen of trainingen waarbij ik specifiek op een bepaald hartslagniveau train heb ik nog nooit gedaan. Iets om aan te beginnen dus. Voor een aantal van de trainingen lijkt me dat ook bij uitstek iets om thuis om de Tacx te doen. Zeker in de aanloop naar het wegseizoen (2014) als het buiten toch nog niet echt lekker is, zijn dat soort trainingen prima te doen. Een duurtraining van 5 uur doe je niet op een Tacx, maar de kortere duurtrainingen (waar je mee start) of de intensieve of extensieve herhalingstrainingen kunnen prima binnen.
Het betekent haast ook automatisch dat dit waarschijnlijk niet het laatste sportmedisch onderzoek zal zijn geweest dat ik in Veldhoven uit laat voeren. Het is namelijk een momentopname en het zou zeker de moeite waard zijn om volgend jaar, bijvoorbeeld in juni te kijken waar ik dan sta.
Gedaan: Sportmedisch onderzoek bij @SportMax_mmc. De uitslagen en toelichting: http://t.co/ZyCe973iwC
Gedaan: Sportmedisch onderzoek bij SportMáx #ActiveGeek http://t.co/YzfMQjbgEy
Mogen we je blog ook delen op de facebook van MMC? https://www.facebook.com/maximamedischcentrum
met vriendelijke groet,
Webmaster MMC
Cintha van Libergen
Ja hoor. Natuurlijk mag dat. Leuk. 🙂
http://t.co/VKVHWAtqKV http://t.co/JcQe1rObJ4